“Goedemorgen, Sint! Wat een eer dat ik u mag interviewen!”
“Natuurlijk, ga zitten kind. Vergeef me dat ik niet opsta, ik word stijver.”
“Sint, mag ik Sint zeggen?”
“Och ja, hoor. Sommige mensen zeggen Sint, andere Sinterklaas, Sint Nicolaas of Goed Heiligman. Ik vind het prima.”
Ik zit in de stoel die de Sint mij wijst en pak pen en papier. Ik denk dat Sint zich dan meer op zijn gemak voelt dan met een aparaat. Sinterklaas zit in zijn schommelstoel bij de open haard. Hij is tot in de puntjes gekleed. In zijn rode mantel en met mijter. Vanwege het interview? Ik dacht dat hij thuis wat gemakkelijkers aan zou trekken.
“Sint, mag ik met de deur in huis vallen? U zei net dat een van uw namen ‘Goed Heiligman’ is. Hoe komt u aan die naam?”
“Tja, die naam kreeg ik lang geleden. Ik vermoed omdat ik op mijn verjaardag geen cadeaus vraag, maar geef. Wat denkt u? Trouwens, wilt u een kopje chocola met iets lekkers?”
“Lekker, Sint. Ik rook meteen toen ik binnenkwam die heerlijke geur van chocolade!”
“Hoe doet u dat met al die cadeautjes? Zoekt u die zelf uit?”
“Ja, ik zie er op toe dat iedereen precies krijgt wat bij hem past.”
“U bedoelt?”
“Nu, iemand die graag puzzelt, die krijgt een puzzel. En niet zomaar een, maar een waarvan ik weet dat hij hem graag maakt. Kijk, iemand die van kunst houdt, krijgt er een met een schilderij van Van Gogh. Iemand die van dieren houdt bijvoorbeeld eentje met vogeltjes.”
Terwijl Sint vertelt, maak ik aantekeningen. Tussendoor geniet ik van mijn kopje chocola met banket. Sint kijkt genietend toe.
“Ik zie dat u het lekker vindt. Kijk, dat is wat mijn feest zo leuk maakt. Ik mag iedereen een plezier doen. Iemand die graag leest, die krijgt een boek. Voor kinderen zoek ik een mooi prentenboek uit.
“Maar Sint, als iemand van boeken houdt maar niet goed meer ziet?” 
“Dan zijn er tegenwoordig gelukkig grootletterboeken. Of misschen kan iemand het boek voorlezen?”
Ik knik enthousiast. 
“Oh ja, Sint, ik heb goede herinneringen aan die keren dat mijn moeder mij voorlas.”
“Precies!”
“Wat vindt u het allerleukst aan uw eigen verjaardag?”
“Dat is een lastige.  Mag ik meer dan een ding noemen?”
 Ik knik.
“Nu, ik houd erg van de liedjes die men over mijn zingt.”
“Heeft u een lievelingslied?”
“Ja, dat met al die cadeautjes erin.”
Sint neuriet zachtjes. Af en toe versta ik een woord: pop, kaatseballen... 
“Oh, en ik geef ook nooit zomaar een pop, ik kies er zelf een uit. Er zijn tegenwoordig zoveel verschillende! Getinte poppen, oma-poppen. Noem maar op.
En al die lekkernijen! Het is een groot feest van geuren en smaken. Als ik tijd heb duik ik ook wel eens de keuken in!”
“Dus u houdt van de liedjes, van de snoeperijtjes. Nog meer?”
De ogen van de Sint glinsteren.
“Ik ben dol op mijn werknemers.”
“” Werknemers?”
“Ja, mijn pieten! Het zijn ware clowns. Ze nemen me veel werk uit handen. Ze sjouwen de cadeau’s. Sommige pieten pakken op gevoel precies het juiste pakje uit de zak! Zo knap.”
“Sint, nog één vraag. Wat nu als u niet weet wat iemand leuk vindt. Als iemand geen verlanglijst heeft?”
“Dan, mijn lieve kind, dan geef ik een cadeaubon. Dat is soms ook heel fijn.”
“Tot slot, Sint, wat wenst u voor u komende verjaardag?”
“Ik? Ik wens dat iedereen veel plezier heeft op mijn verjaardag. Meer niet!”
“Dank voor dit interview, Sint!”
“Graag gedaan, kind.”

Desirée van Keulen
verteller, productontwikkelaar voor mensen met dementie
  Desirée van Keulen     16-10-2021 13:38     Reacties ( 0 )
Reacties (0)

Geen reacties gevonden.