Tip voor de feestdagen. (De letter D. staat voor de persoon met dementie)

Sinterklaas.

Hierbij vooral aan vroeger denken, hoe het toen ging. Het liefst een echte Sint en Piet laten komen.  Zij moeten wél lieve mensen zijn. Laat Sint langskomen op een rustig moment, dus niet als er bezoek is of als er gegeten wordt. Liefst in het begin van de avond of eind van de middag. Het moet wel al donker zijn buiten. Sint moet langzaam binnen komen, eerst op de drempel van de kamer blijven staan totdat D. (de persoon met dementie) van de verrassing bekomen is. Intussen knikt Sint vriendelijk naar iedereen en vraagt: Mag ik even binnenkomen, ik heb goed nieuws en ook kadootjes. Sint blijft nog even staan en dan eventueel. sinterklaasliedjes opzetten en mee gaan zingen. Dan schrijdt Sint langzaam naar binnen en gaat op de stoel zitten die tegenover de stoel van de D. staat. Dan slaat hij het grote boek open en geeft iedereen complimenten. Géén extra bezoek uit nodigen, hoogstens de mantelzorger en één ander iemand, waar D. goed mee kan opschieten. En ook niet de D. als eerste aanspreken, liefst als tweede. Aan D. ook complimentjes geven. De familie weet wel waarmee: bijvoorbeeld dat D. zo goed meehelpt in het huishouden, dat D. een lieve persoon is en dat hij kadootjes voor haar heeft. Schrijf voor D. ook een kort gedicht en lees dat samen hard op voor. Na ongeveer 20 minuten gaat Sint weer weg. Zwarte Piet moet zich rustig houden, anders wordt D. bang. 

Kerstmis.

Niet van te voren kerstversiering ophangen en een kerstboom neerzetten, dan meent D. dat het dan al kerstmis is. Dit pas doen wanneer kerst nadert, bijvoorbeeld de 24e december. De kerstboom zo neer zetten, dat D. deze kan zien vanuit de vaste fauteuil waar hij/zij altijd zit.  Liefst ouderwetse versiering, dus geen moderne ballen en slingers. Samen met D. de boom versieren. Als het klaar is, gaan zitten en van de mooie boom genieten en dan pas kerstliedjes gaan opzetten en mee zingen. Hier ook niet teveel mensen, hoogstens twee of drie, inclusief de mantelzorger. Vroeger waren er met Kerst geen kadootjes, en later wel. Even uitvinden of D. kadootjes verwacht, en anders niet doen, dan kan D. denken dat het Sinterklaas is. Wel toepasselijk eten, zoals de banketstaaf en chocolade melk. De boom niet te lang laten staan, want dan blijft het eeuwig kerstmis. Na twee dagen afbreken.

Oud en Nieuw.

Vroeger (en nu ook nog) was er altijd een komiek (Wim Sonneveld of Toon Hermans, Wim Kan liever niet omdat die meestal over politiek praatte en vaak weet D. dat niet meer. Dan snapt D. het niet en kan angstig worden.) Daarna de TV aanzetten en naar de klok gaan kijken en naar het vuurwerk op de TV. Liever geen vuurwerk zelf afsteken hoogstens de kleine stokjes met de sterretjes. Na het Nieuwjaar (dus na 12 uur) nog iets lekkers eten. Vroeger was dat vaak puree, kleine erwtjes (dus met een lepel eten, iedereen!) met stukjes zacht vlees in een lekkere saus. En dan…naar bed! 

Opgetekend door Jacqueline Rempt tijdens een interview met dr. Anneke van der Plaats

Dr. Anneke van der Plaats is sociaal geriater en co-auteur van:
De wondere wereld van dementie
Het demente brein. Omgaan met probleemgedrag.
De dag door met dementie.

Meer kwaliteit van leven. Integratieve persoonsgerichte dementiezorg.
    14-11-2014 00:00