En dit is ’t verhaal van tante Mathilde,
van tante Mathilde uit ’s-Hertogenbosch,
die niet aan Sint geloven wilde,
en altijd beweerde: die baard, die zit los!
Die tabberd, die mijter, hij heeft ze gehuurd!
’t Is zo maar een mannetje, hier uit de buurt.
De hele familie verbleekte en rilde,
Wanneer ze dat zei, onze tante Mathilde!
O, tantetje wees toch voorzichtig! riep Vader,
als Pieter het hoort, wordt ie vreselijk kwaad.
’t Is kwart over acht, het uur komt als nader,
daar wordt al geklopt, zo meteen is ’t te laat!
En werkelijk, nu ging het feest al beginnen;
tik-tik aan de voordeur. Daar kwamen ze binnen;
Sint Nicolaas, statig en streng en rechtop,
en Pieter, die strooide met koek en drop!
De kinderen zongen en juichten en gilde,
Sint Nicolaas lachte en wenkte zijn knecht.
’t Ging allemaal goed, totdat tante Mathilde
ineens hard ging roepen: DIE BAARD IS NIET ECHT! 
Ze deed een paar stappen naar voren… Helaas,
ze trok aan de baard van Sint Nicolaas.
Het was of het hele gezelschap verkilde…
Wat dom en brutaal van die tante Mathilde.
Wat zou er nu komen? Wat ging er gebeuren?
Sint Nicolaas werd dodelijk bleek en sprak;
Het spijt me. Hoe zeer ik het ook moet betreuren,
maar tante Mathilde moet mee in de zak.
Je snapt, dat de kindertjes vreselijk schrokken,
ze kropen meteen achter moeders rokken.
En tante Mathilde? Ze beet en werd woest,
ze schopte en trapte. Maar ‘t hielp niet, ze moest.
De volgende dag lag het schip aan de kade,
een prachtig nieuw schip, gemeerd aan de wal,
van allerlei werd in het ruim geladen:
ook tante Mathilde, met zak en al!
De schimmel, doodmoe van het daken bestijgen,
stond boven aan ’t dek nog amechtig te hijgen.
De sint wuifde vrolijk heen en weer
en schreeuwde: Tot ziens, tot de volgende keer!
’t Was frisjes en Pieterbaas blies in zijn wanten;
hij vroeg; Sinterklaas, nu even nog dit:
Wat moeten we strakjes beginnen met tante?
Met tante Mathilde, bij ons in Madrid?
Wat zeg je? zei Sint; hij werd bleek om de neus,
daar had hij nog niet gedacht, en heus…
Zijn verdere leven met tante Mathilde?
Daarginds bij hem thuis in Madrid? Hij rilde…
Toen zei hij: laat tante Mathilde maar lopen,
Zij is nu voldoende gestraft. Laat ‘r los!
Ze maakten die zak-vol-tante open
en zij kon terug gaan naar ’s-Hertogenbosch.
De hele familie stond haar op te wachten
ze haalden haar binnen: ze huilden en lachten…
En weet je wat tante meteen heeft gezegd?:
Toch weet ik het zeker: DIE BAARD IS NIET ECHT!
we zullen ’t er verder nou maar bij laten…
met tante Mathilde valt NIET te praten.
 
Annie M. G. Schmidt