Twintig dingen die je niet moet zeggen of doen met een persoon met dementie:

  1. Zeg niet "maar je komt niet over als iemand met dementie"
  2. Vertel mij niet dat ik het niet goed doe
  3. Corrigeer mij niet op triviale dingen en ga daar ook niet over in discussie
  4. Zeg niet “Kan jij je nog herinneren toen ...”
  5. Verwijs niet naar mij als lijdend, patiënt, gedementeerd, krankzinnig, ziekte die dementeert, dement slachtoffer, een lege huls, vervagend, verdwijnend of dat het ‘t langste afscheid is, het droevigste afscheid, dat ik weggestolen word (ik ben nog altijd hier), getroffen ben
  6. Zegt niet 'ik leef met dementie' tenzij u zelf de diagnose dementie heeft gekregen
  7. Herinner mij niet aan de dood van een geliefde of huisdier
  8. Geef mij niet de schuld van de veranderingen in gedrag of persoonlijkheid
  9. Ik heb een vorm of soort van dementie, niet een 'kwelling'
  10. Noem mij niet liefje, schat of iets anders dan mijn voorkeursnaam
  11. Verwijs niet naar mij als 'agressieveling', 'dwaler', 'slechte eter', 'niet zindelijk', 'aandacht-zoeker', 'niet-communicerend' of als 'obstructief' - ik ben nog steeds mens
  12. Veronderstel niet omdat ik niets zeg dat uw woorden of gedrag mijn gevoelens niet kwetsen
  13. Ga er niet vanuit dat ik niet voor mezelf kan antwoorden
  14. Praat niet over mij met een ander waar ik bij ben
  15. Veronderstel niet dat ik niet kan communiceren, zelfs als ik niet kan spreken
  16. Zeg niet “maar dat heb ik je zojuist verteld” of “u heeft mij dat al gevraagd”
  17. Denk niet dat wij geen pijn voelen, of emoties hebben
  18. Noem mij geen 'patiënt' of 'slachtoffer'
  19. Ga er niet vanuit dat ik iets niet begrijp alleen maar omdat ik stil ben
  20. Veronderstel niets; je zet jezelf en mij voor gek 
Deze lijst is samengesteld door ©Kate Swaffer 2014
    03-01-2016 00:00