Ze zijn geel, maar waar zijn ze? De oude heer in het verpleeghuis had het op tijd geleerd: ‘Wc-deuren zijn geel’. Het personeel, de familie en vrijwilligers hadden het vaak gezegd: ‘Wc-deuren zijn geel’. Het gold voor alle wc-deuren door het hele verpleeghuis. Zo kon hij lang zelf het toilet vinden. Dat is heel prettig want als je nog behoorlijk zelfbewust bent, wil je niet steeds hardop naar de wc moeten vragen.

Vanuit de huiskamer de gang op was simpel: hij liep de enige open deur door en kwam vanzelf op een gang… met veel deuren. Maar gelukkig klonk er een echo in zijn hoofd, als hij moest: ‘Wc-deuren zijn geel’. Er was maar één gele deur. Toch riep hij op een dag: ‘Ik weet dat ze geel zijn, maar waar zijn ze?’

Mensen die dementeren raken vaak gedesoriënteerd in tijd, plaats en persoon. Dat wil zeggen dat ze zich niet meer (goed) bewust zijn van de tijd. Midden in de nacht keihard de muziek aan zetten.
Vervolgens raakt men de weg kwijt. Waar zat ook al weer de supermarkt? En dan het laatst en meest ingrijpend: ‘Wie is die mevrouw bij mijn bed? Ze kijkt vriendelijk maar….’ De desoriëntatie vindt meestal in dezelfde volgorde plaats. De fases gaan in elkaar over en kunnen uiteindelijk alle drie tegelijkertijd iemand plagen.
 
Iets kunt u zich er wel bij voorstellen. Je wordt wakker en je denkt wat wazig: ‘Is het nu maandag of…?’ Ook verdwalen doen we allemaal wel eens, in zo’n nieuwbouwwijk met rondlopende straten… Een gezicht even niet kunnen plaatsen: je komt iemand tegen op straat en je kent dat gezicht maar… waarvan? ‘Ach, hij werkt op de afdeling waar mijn vader zit!’ Het grote verschil is natuurlijk dat het mensen zonder dementie allemaal wel weer te binnen schiet of je vindt je weg wel weer met Google Maps op je smart phone.
 
Maar als je geplaagd wordt door dementie is er meer hulp nodig. Gelukkig komen er steeds meer middelen op de markt die uw dierbare of uw cliënt helpen langer zelfstandig te blijven. Dat is wel zo prettig, voor beide partijen!
 
Een hulpmiddel, of dat nu een klok, agenda of kalender is, kan helpen bij desoriëntatie in de tijd.
Het mooist zijn m.i. de meest flexibele hulpmiddelen. Daarop kunt u precies laten weergeven wat voor deze ene persoon van belang is. Wie nog niet zo ver is in zijn dementie, die kan meerdere ‘hints’ nog wel combineren: klok, kalender en agenda met foto ineen. Als deze persoon verder vordert in zijn dementie, dan kan de agenda bijvoorbeeld worden uitgeschakeld en later ook de klok.

Maar wat nu als iemand ook de weg kwijt is, nota bene in zijn eigen huis! Dan is het zaak dat de klok op de plek stond waar hij altijd stond of hangt waar hij altijd hing. Maar dan nog de huiskamer vinden… Gelukkig zijn er ook bordjes in de handel (van een bijna onverwoestbare kwaliteit) die simpelweg de vertrekken benoemen, met een afbeelding erbij, voor als de leesvaardigheid afneemt.

In het verpleeghuis kunnen ook de eigen deuren worden gepersonaliseerd. Meneer de Bruin wellicht achter de bruine deur… Daarnaast zou je ook willen dat de afdelingsdeuren gemakkelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Een gat in de markt of maakt u alle afdelingsdeuren rood? Mmm….

Begin wel op tijd met het aanleren van het gebruiken van de hulpmiddelen. Een boek dat u hierbij goed kunt gebruiken is: ‘(Op) nieuw geleerd, oud gedaan’. Dit boek legt aan de hand van veel praktijkvoorbeelden uit hoe mensen met dementie nog iets kunnen leren of opnieuw kunnen leren.
 
Denk er bij het toepassen van hulpmiddelen aan dat u er niet te veel tegelijkertijd inzet. Houdt de omgeving voor iemand met dementie simpel. Hier geldt: minder is meer!

Desirée van Keulen
(verteller, activiteitenbegeleider, schrijfster)
  Desire van Keulen     18-08-2016 13:00     Reacties ( 1 )
Reacties (1)
 willem -  20-04-2020

En iedereen is zo arrogant om niet te denken dat het aan zijn eigen begripsvermogen ligt, ligt niet aan de eigen beperkte kennis etc, ligt er niet aan dat ze zelf niet snappen wat de ander bedoelt, dus geef er maar weer een hokje bij en noem het dement . De meeste mensen met een baan hebben zelf een laag iq en het zal ze niet interesseren en ze gaan kort door de bocht. Daarbij zijn mensen helemaal niet zorgzaam , op een klein percentage na die wellicht van de oude stempel is. Ook al spreek je duidelijk nederlands dan gaat men nog van zijn eigen interpretatie uit, en met een iq van weinig, de zesjes cultuur, schiet een vaak ouder persoon ook niets op.